Bewering onder de loep:

Doc D2/04/17

Afbeelding verwijderd.

Onze conclusie

NIET WAAR – betwijfelbare vertrekbasis en de verkeerde conclusie

Wie een evenwichtige voeding neemt, kan toch nog steeds een tekort hebben.

Bovendien neemt slechts een zeer kleine fractie van de Belgische bevolking een evenwichtige voeding. Meer bepaald de consumptie van groenten, fruit en melkproducten is ontoereikend.

Bijgevolg zijn multivitaminen voor het grootste deel van de bevolking een zeer zinvolle aanvulling van het dieet.

Het rapport HGR2016 suggereert heel vaak een ‘evenwichtig dieet’ als oplossing voor deficiënties. Be-sup wil hierbij de volgende opmerkingen formuleren.

  1. Slechts een kleine fractie van de bevolking neemt een ‘evenwichtige voeding’. Zelfs na 50 jaar van inspanning om dit doel te bereiken.  De deficiënties zijn dan ook nog aanzienlijk (zie doc. D1). De recente Belgische Voedselconsumptiepeiling geeft verontrustende resultaten. Enkele hiervan worden hieronder weergegeven.
  2. Sommige voedingsadviezen blijken in de praktijk moeilijk haalbaar voor vele consumenten :
    1. Vis: om voldoende vitamine D (en omega-3 vetzuren) in te nemen zouden we 3 tot 4 keer per week vette vis moeten eten.
    2. Melkproducten: deze zijn de belangrijkste bron van calcium. De door de HGR aangeraden dosis van 4 of meer zuivelproducten per dag blijkt voor de meeste consumenten onhaalbaar.
    3. Groenten en fruit: we zouden er dubbel zoveel van moeten eten.
  3. Een ‘evenwichtig dieet’ zal ook niet de oplossing zijn in heel wat specifieke bevolkingsgroepen en situaties (zie doc. D1 en D4), ondermeer zuigelingen, vrouwen tijdens de zwangerschap of borstvoedingsperiode, patiënten onder medicatie, mensen onder stress, ouderlingen, vrouwen tijdens de menstruatie, rokers, bariatrische patiënten, vegetariërs.

Wie zegt “wie een evenwichtige voeding neemt, heeft geen tekorten” impliceert eigenlijk ook “wie geen evenwichtige voeding neemt, heeft bijna zeker tekorten”. Bijgevolg moeten we besluiten dat het grootste deel van de Belgische Bevolking een of meerdere tekorten heeft.

Dit betekent uiteraard niet dat we de bevolking niet moeten blijven aansporen om een gevarieerde en evenwichtige voeding te nemen. Dit blijft primordiaal, al is het maar om ook tot een gezonde macronutriëntenbalans te komen. Daarnaast kan het zeer voordelig zijn om ook een vitaminen- en mineralensupplement te nemen. Immers, hieraan is op zich geen enkel nadeel verbonden.

Literatuur

Biesalski K (2014) Hidden Hunger – Consequences for Brain Development.Pontifical Academy of Sciences, Scripta Varia 125, Vatican City 2014).

Biesalski K “Hidden Hunger in the developed world” Univ. Hohenheim (D),  Springer Verlag Berlin Heidelberg 2013 Chapter 3.

Hieronder kopieerden we enkele relevante en verontrustende conclusies uit de Belgische Nationale Voedselconsumptiepeiling 2014-2015 (gepubliceerd in 2016).

  1.  Zwaarlijvigheid (zwaarlijvigen hebben vaak deficiënties, zie Doc. D1)
    • 45% van de bevolking (3-64 jaar) heeft een te hoge BMI: 29% heeft overgewicht en 16% is obees.
    • Deze percentages stijgen met de leeftijd en vanaf 35 jaar lijdt zelfs meer dan één derde van de bevolking aan overgewicht en meer dan één vijfde aan obesitas.
  2. Consumptie van groenten
    • De gebruikelijke consumptie van groenten bedraagt 145 g/dag.
    • Slechts 5% van de bevolking (3-64 jaar) voldoet aan de aanbevelingen voor groenten.
    • 35% van de jonge kinderen (3-5 jaar) haalt hun leeftijdsspecifieke aanbeveling voor groenten.
  3. Consumptie van fruit
    • De gebruikelijke consumptie van fruit bedraagt 1 stuk fruit per dag (110 g).
    • Slechts 9% van de bevolking (3-64 jaar) voldoet hiermee aan de aanbeveling.
    • Twee op drie (64%) jonge kinderen (3-5 jaar) halen wel de richtlijn voor fruit.
  4. Consumptie van zuivelproducten (essentieel voor de calciuminname, zie Doc D1)
    • De gebruikelijke consumptie van melk- en calciumverrijkte sojaproducten (met uitzondering van kaas) bedraagt 160 g/dag, slechts 2% van de bevolking (3-64 jaar) voldoet hiermee aan de aanbevelingen.
    • Bijna alle Belgische adolescenten (99,6%) tussen 14 en 17 jaar oud consumeren onvoldoende melk- en calciumverrijkte sojaproducten.
    • De gebruikelijke consumptie van kaas bedraagt 30 g/dag, bijgevolg respecteert 41% van de bevolking de maximale aanbevolen hoeveelheid.